VRC Nieuws

Nieuws controle jaarrekening

Een op de drie financeprofessionals besteedt meeste tijd aan financiële rapportages

36 procent van de financeprofessionals is momenteel het meeste tijd kwijt aan het maken van financiële rapportages. Dat blijkt uit onderzoek van Moss, het financieel managementplatform voor uitgavenbeheer, onder 560 financeprofessionals. Andere taken waar zij veel tijd aan besteden zijn debiteurenbeheer (23%) en het betalen van facturen (20%).

Meer tijd naar andere werkzaamheden

Opvallend genoeg zijn dit niet de taken waar ze het liefst hun tijd aan willen besteden. Financeprofessionals zouden zelf graag meer tijd hebben voor strategische besluitvorming (26%) en de algehele financiële en boekhoudkundige architectuur (22%). Daarnaast zouden ze toch ook nog wel extra tijd willen besteden aan de taak waar nu al het meeste tijd in zit: achttien procent wil graag nog meer uren voor het maken van de financiële rapportages.

Verbeteringen voor efficiënter werken

Momenteel is er dus een discrepantie tussen de taken waar financeprofessionals de meeste tijd aan kwijt zijn en de taken die zij het liefst willen doen. Om dit op te lossen is het belangrijk dat bedrijven kijken naar hoe zij financiële processen momenteel inrichten en waar ze mogelijk nog efficiënter kunnen werken. De tijd die vervolgens overblijft kunnen financeprofessionals besteden aan werkzaamheden die zij belangrijk vinden. Zo moet er goed naar de werking van boekhoudsystemen worden gekeken: bijna alle financeprofessionals (93%) geven namelijk aan dat zij efficiënter kunnen werken als het invoeren van uitgaven in het boekhoudsysteem minder ingewikkeld zou zijn. Daarnaast zou deze versimpeling volgens finance professionals tijd voor andere taken opleveren (90%), een beter inzicht in het uitgavenpatroon geven (78%) en het risico op cashflowproblemen verminderen (59%). 

Niet alleen het boekhoudsysteem levert momenteel frustraties op, ook is twee op de vijf financeprofessionals (41%) niet te spreken over het handmatige werk dat zij moeten verrichten voor optimaal uitgavenbeheer (41%). Een andere reden tot frustratie is dat tools voor uitgavenbeheer momenteel gedecentraliseerd zijn (32%). Dit betekent dat niet alle afdelingen op dezelfde manier of met dezelfde tools hun uitgaven bijhouden, waardoor het lastig is om controle over de uitgaven te houden. 


CO2-registratieplicht woon-werkverkeer uitgesteld naar 1 juli 2024

De datum waarop je verplicht bent de CO2-uitstoot van je werknemers voor zakelijke ritten en woon-werkverkeer te registreren, is verplaatst van 1 januari 2024 naar 1 juli 2024.

De Raad van State heeft geadviseerd een aantal regels te verduidelijken in het ‘Besluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit’. De Raad van State keurt het besluit op zichzelf niet af. Omdat de minimale invoertermijn twee maanden is, is de beoogde invoering van de CO2-registratieverplichting van 1 januari 2024 niet meer haalbaar. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het demissionaire kabinet daarom voorgesteld om de invoering een half jaar uit te stellen, naar 1 juli 2024.

CO2-registratieverplichting

Op 1 juli 2024 treedt er een CO2-registratieverplichting in werking voor werkgevers met honderd of meer werknemers. Deze werkgevers dienen bij te houden hoeveel zakelijke kilometers hun werknemers afleggen, welk vervoermiddel ze daarvoor gebruiken en welke brandstof wordt ingezet. Het beoogde doel is het verminderen van de CO2-uitstoot.

Co2


Mkb hoeft minder snel accountant in te schakelen voor controle jaarrekening

De Europese definitie van de grootte van een mkb-onderneming wordt opgeschroefd. Steeds meer kleine ondernemers werden verplicht een externe controleur in te schakelen voor hun jaarrekening, waardoor de kosten voor kleine bedrijven toenamen. De drempel voor wanneer een bedrijf controleplichtig is worden opgerekt. De Europese Commissie heeft dat besloten.

De drempels voor de jaarrekening zijn sinds 2013 niet gewijzigd (dat had ook in 2018 gekund), waardoor in de loop der tijd meer en meer ondernemingen controleplichtig werden. Vooral de laatste twee jaar is dat aantal gegroeid door de inflatie, waardoor ondernemingen de grenzen sneller bereiken. De controleplicht geldt als bedrijven twee van deze drie criteria twee jaar op een rij hebben: 50 of meer medewerkers, 12 miljoen euro omzet, of een balanstotaal van 6 miljoen euro.

Verhoging drempel

Om te voorkomen dat dit te snel geldt voor het huidige jaar, worden de groottecriteria vanaf boekjaren die beginnen vanaf 1 januari 2023 aangepast met 25 procent. “De verhoging (…) zal ertoe leiden dat micro-, kleine en middelgrote ondernemingen niet worden onderworpen aan tal van EU-bepalingen inzake financiële en duurzaamheidsrapportage die van toepassing zijn op grotere ondernemingen”, staat te lezen in het besluit. In 2028 kan de EC opnieuw besluiten om de drempels aan te passen.

Minder directe gevolgen CSRD

Kleinere bedrijven krijgen met deze aanpassing minder snel direct te maken met verschillende complianceregels waar assurance op geleverd moet worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor duurzaamheidsrichtlijn CSRD. Deze gaat over ongeveer twee jaar ook gelden voor kleine beursgenoteerde ondernemingen, maar ondernemers zitten minder snel in deze groep. Daarom krijgen ze niet direct met de controleplicht van de rapportage-eisen te maken. Indirect overigens wel, omdat andere bedrijven ketenpartners meer selecteren op bedrijven die hun ESG-gegevens hard kunnen maken.

Balans rapporteren