Robbert Maseland, Hoogleraar Internationale Economie aan Radboud Universiteit

expert

Robbert Maseland

hoogleraar Internationale Economie aan Radboud Universiteit

“Wat werkt in Nederland, hoeft niet te werken in het buitenland”

Organisaties die internationaal willen acteren, moeten oppassen voor vooroordelen over de landen waarin ze zich gaan vestigen. Daarvoor waarschuwt Robbert Maseland, hoogleraar Internationale Economie aan de Radboud Universiteit. “Bij internationalisering gaat het snel over aanpassing aan de cultuur, maar belangrijker zijn de institutionele verschillen. Denk aan verschillen in regels en wetgeving.”

Als gevolg van wereldwijde politieke spanningen is het globale handelssysteem aan het veranderen. Landen worden huiveriger om de grenzen voor iedereen open te zetten, maar dit resulteert vooralsnog niet in een teruggang van de economische activiteit. Maseland: “De afgelopen dertig jaar is er een grote verplaatsing geweest van de productieactiviteiten van westerse landen naar Azië. Als gevolg van de steeds heftigere handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China zie je daar een kentering in. De spelregels om internationaal zaken te doen worden anders. Het wordt minder makkelijk om elders kennis op te doen en kennis uit te wisselen. Desondanks blijven de handelsstromen hoog.”

Gebaat bij internationale openheid

Nederland is, meer dan andere landen, gebaat bij een rule based international economic order, merkt Maseland op. “Nederland is gebaat bij internationale openheid. Op het moment dat dit minder wordt en de macht weer een grote rol gaat spelen, dan gaat Nederland daar op de langere termijn echt last van hebben. Echter, die signalen zijn er op dit moment nog niet.”

Vooralsnog zijn er dus geen belemmeringen om als Nederlandse organisatie de stap te zetten naar het buitenland. Bij een dergelijke stap is er volgens Maseland een aantal zaken om rekening mee te houden. “Het gaat niet altijd om grote verschillen tussen landen. Sterker nog, het zijn vaak juist de grote verschillen waar organisaties heel goed mee om kunnen gaan. Tussen Nederland en China zitten enorme verschillen in cultuur, wetgeving en dergelijke. Dat zijn deels redenen waarom Nederlandse organisaties zich in China willen vestigen. Zij zijn zich daarvan bewust en passen zich daar op aan. Het gaat vaak mis als een organisatie naar een dichterbij gelegen land gaat. De verschillen worden dan vaak enorm onderschat, met simpele fouten tot gevolg. Dat je niet precies begrijpt hoe gevoelig bepaalde discussies liggen of wat voor gevolg een bepaalde maatregel of implicatie heeft voor de werkvloer. Dat soort subtiele verschillen kunnen behoorlijk sterk doorwerken op de legitimiteit van een bedrijf.”

“Bij internationalisering gaat het snel over aanpassing aan de cultuur, maar belangrijker zijn de institutionele verschillen.” 

Voorkom fouten

Het Zweedse bedrijf Electrolux maakte ooit een ontzettende marketingblunder toen zij de Amerikaanse markt betraden. Maseland: “Zij hanteerden, om hun stofzuigers te verkopen, de slogan: Nothing sucks like Electrolux. Met een beetje kennis over de culturele betekenis van die woorden, had je een dergelijke blunder kunnen voorkomen. Op het gebied van personeelsbeleid gaat het ook wel eens mis. Hoe ga je met je werknemers om? Dat kan voor Nederlanders een uitdaging zijn. Nederlanders zijn nogal direct in hun omgang en dat wordt niet altijd gewaardeerd in het buitenland. Daar heb je je echt wel op aan te passen. Jij denkt wellicht: ‘dit is een eerlijke, open en transparantie boodschap.’ Terwijl de andere kant die boodschap wellicht heel anders opvat. De inhoud kan wel goed zijn, maar de manier hoe je het brengt geeft de inhoud mede vorm.”

Plank misslaan

Een stap naar het buitenland vraagt om een gedegen voorbereiding. “Loop vooral niet te hard van stapel”, benadrukt Maseland. “Wat bedrijven vaak doen is eerst op kleine schaal gaan exporteren en daarbij de samenwerking op zoeken met lokale partners. Voordat je vanuit het niets een complete organisatie optuigt. Op die manier kun je al een beetje ruiken en proeven aan het nieuwe land en de gebruiken en manieren. Wat kan wel en wat kan niet? Op het moment dat het goed voelt, kun je de volgende stap zetten. Je moet vooral niet de illusie hebben dat een businessmodel of een manier van werken zoals hier in Nederland, ook werkt in een ander land. Want dan kun je de plank nog wel eens volledig misslaan.”

“Nederlanders zijn nogal direct in hun omgang en dat wordt niet altijd gewaardeerd in het buitenland.”

Aanpassen aan een nieuwe omgeving is cruciaal, maar dat hoeft niet te betekenen dat je je eigen identiteit volledig overboord gooit. “Een organisatie heeft bepaalde competenties waardoor zij boven de concurrentie uitsteekt. Dat kan bepaalde kennis zijn, maar kan ook over een organisatorisch bestuursmodel gaan. Dankzij dat model kun je beter en efficiënter werken en ontwikkel je veel kennis. Het is wellicht niet zo handig om, als je naar een heel andere cultuur gaat, dat je je volledig aan gaat passen aan die cultuur. Omdat je daarmee je eigen identiteit te grabbel gooit. Op het moment dat de kracht meer zit in bepaalde technologie en je wil die daar gaan produceren, dan is het wel verstandig om je zoveel mogelijk aan te passen. Je hoeft namelijk niet technische kennis te exporteren, maar het product zelf.”

Context begrijpen

Culturele verschillen zijn heel belangrijk om op te letten als je als organisatie de stap maakt naar het buitenland. Maar je moet ervoor waken dat je niet te snel het woord cultuur gebruikt als je te maken krijgt met verschillen in doen en laten. Maseland: “Hiermee kun je dingen groter maken dan dat ze in werkelijkheid zijn. Leer de context begrijpen waarin iemand een beslissing maakt en er op een bepaalde manier tegenaan kijkt. In plaats van dat je zegt: ‘Hij of zij neemt deze beslissing zo want het is een Fransman of een Duitser.’ Als je jezelf in die persoon zou verplaatsen, zou je wellicht dezelfde beslissing nemen.”

De hoogleraar Internationale Economie aan Radboud Universiteit komt met een voorbeeld. “Ik had een groep Nederlandse studenten die moest samenwerken met studenten uit India. Zij moesten samen een assessment schrijven. Op een gegeven moment kwamen die Nederlandse studenten bij mij klagen omdat de studenten uit India als bron Wikipedia gebruikten. Zij wisten niet hoe ze academische literatuur moesten opzoeken en gebruiken. Nederlandse studenten hebben niet het besef dat sommige Indiase universiteiten heel erg bemiddeld zijn. De toegang tot academische literatuur moet wel worden betaald. Dat doen de Nederlandse universiteit wel voor je, maar niet alle Indiase universiteiten kunnen dat. Studenten hebben daar dus geen toegang toe. Het is dus geen culturele kwestie of het hanteren van andere professionele normen. Het is een kwestie van context. Als jij en ik in diezelfde context zouden zitten, zouden wij waarschijnlijk hetzelfde hebben gedaan. Op het moment dat je hier het label cultuur aan hangt, valt alle ruimte voor context weg en verzand je automatisch in vooroordelen.”

Robbert Maseland, Hoogleraar Internationale Economie aan Radboud Universiteit

Robbert Maseland.  

Functie: Hoogleraar Internationale Economie.
Organisatie: Radboud Universiteit.
Leeftijd: 48
Ambitie: Het begrijpen van de oorzaken van ongelijkheid in de wereld. 
Grootste uitdaging: Het begrijpen van de oorzaken van ongelijkheid in de wereld.
Op persoonlijk vlak: geduld hebben en niet te snel willen. 
Ik heb een hekel aan: Teveel daadkracht.  
Favoriete dingen: Mijn kinderen.