Positief over opleiding
De RC-opleiding is een schot in de roos, zegt Geschiere. “Het jammere was dat ik een deel van de opleiding tijdens de coronaperiode heb gedaan, met daardoor dus vaak sessies via Zoom. Ik ben desondanks heel positief over de opleiding. De EMFC-opleiding heeft goede, vakkundige docenten, gastsprekers uit de praktijk en je kunt sparren met je medestudenten die op een soortgelijke plaats in hun ontwikkeling zitten. Zij zitten allemaal met dezelfde dillema’s en je kunt met hen gezellig een borrel drinken. Aan welk vak ik het meeste heb gehad? Ik denk dat dat het vak is dat mijn medestudenten het saaist vonden: financiële verslaggeving. Terwijl ik vrijdag daar kennis over opdeed, kon ik die kennis dinsdag in de praktijk brengen tijdens gesprekken met onze accountant over de controle van onze boekhouding. Daarbij kon ik meer dan voorheen een sparringpartner voor de accountant zijn. Ik moet wel zeggen dat de RC-opleiding naast een volledige baan zwaar is. Maar goed, het einde is in zicht...”
Gegroeid naar honderd medewerkers
Geschiere is nu vijf jaar CFO bij Solynta. “Toen ik begon hadden we zo’n dertig mensen in dienst. Iedereen was toen gefocust op R&D. Ik mocht als rechterhand van de CEO de organisatie opbouwen. Gaandeweg zijn we gegroeid naar nu honderd medewerkers. We kennen nu afdelingen zoals business development, supply chain, ICT, HR en finance. Vanuit de business developer-rol ben ik met het bedrijf meegegroeid en heb ik me gespecialiseerd naar de CFO-rol. De ontwikkeling die Solynta daarbij doormaakt, is erg interessant. We moeten als klein bedrijf alvast groot denken omdat onze zaadveredelingstechnologie heel veel potentie heeft. Ik denk zelfs wereldwijd. We hebben daarom bijvoorbeeld alvast een ERP-systeem geïmplementeerd.”
De innovatie in veredeling is geboren vanuit verwondering, zegt Geschiere. “Hoe kan het dat voor bieten, uien en wortels er regelmatig nieuwe rassen en zaden worden gekweekt, terwijl we aardappels nog telkens op eenzelfde manier aan het telen zijn? Bintje, een van de meest bekende aardappelrassen, is bijna honderdtwintig jaar oud. Telen gaat tot nu toe zo: je oogst tien knollen en daar plaats je er een van terug om weer op te kweken. Het is zo een kopieermachine, in het geval van Bintje sinds honderdtwintig jaar geleden. Wij hebben een methode ontwikkeld waarmee je dus ook sneller nieuwe rassen kunt ontwikkelen. We hebben daar lang onderzoek en ontwikkeling mee gedaan, maar we zijn nu klaar om de markt op te gaan. Het is gaaf dat we op deze manier het voedselsysteem duurzamer kunnen maken.”